vrijdag 7 juli 2017

Ik moet mama nog ajuus zeggen

Ik heb een fantastische baan! Dat is niet alleen omdat ik nu aan de vooravond sta van zes weken vakantie. 
Ook niet omdat ik net een heerlijke lunch achter de kiezen heb met een stuk of zes, zeven geweldige mensen. Die in de loop der jaren meer geworden zijn dan alleen maar collega's.
Maar grotendeels is de inhoud van mijn werk bepalend. Men geeft mij namelijk het kostbaarste wat we hebben. De jeugd.  
De ouderdom kan mooi zijn. Sierlijk soms. Maar ook pijnlijk en hard en eenzaam.
De middelbare leeftijd heeft zijn charmes. Zelfs de crises die erbij horen. Wel slaat ook hier de weerbarstigheid van het leven soms hard toe. 
Maar de jeugd. De dromen, de verwachtingen, het niet neer willen leggen bij onrecht. Het vallen en weer opstaan. Natuurlijk weet ik dat soms op jonge leeftijd dingen onherstelbaar stuk gaan. Maar dat is vandaag even niet mijn punt. 
Afgelopen jaar kreeg ik meer dan 25.000 keer (ik schreef al eens over dit aantal) een stukje jeugd in mijn lokaal. De gezichten die je op die leeftijd vaak nog redelijk kunt lezen.
Bas die met een vrolijk 'dag meneer' begroet. Gewoon omdat hij altijd vrolijk is. Stefan die wat bedrukt kijkt, waarschijnlijk weer eens zijn huiswerk niet gemaakt. Jolien die blij naar binnen huppelt en mij in 't voorbijgaan nog een keer vertelt dat ze er volgende week een dag niet is omdat ze een bruiloft heeft. Anita die gelijk na binnenkomst weer naar het toilet wil. Waarschijnlijk om haar mobiel te checken.
Jan Willem die een beetje mokkend groet, nog niet helemaal eens met de nieuwe klassenplattegrond, waarbij hij naast Gerrianne moet zitten. Diezelfde Gerrianne die even later al giechelend met Coby, haar hartsvriendin, binnenkomt. 
Martha die zoals gewoonlijk eigenlijk te laat is maar nu met een sprintje het redt om binnen te zijn voor ik de deur dichtdoe. Nog snel even triomfantelijk goedemorgen roept en gaat zitten.
Ariënne die me vaak even nadenkend aankijkt aan het begin van de les. Het is alsof ze telkens wil polsen hoe de vlag erbij hangt.
Zo zou ik door kunnen gaan. Als ik op het afgelopen jaar terugkijk, zie ik nogal wat langs komen in mijn klassen. Veel wat blij maakte. Ook andere zaken die verdrietig maakten of zorgen gaven.  
Contacten met ouders:nodig en zinvol. Helpend ook om gedrag van kinderen te herkennen. Wel eens boos geweest over de manier hoe sommige ouders invulling geven aan opvoeding. En mij machteloos gevoeld bij het zien van het onvermogen op dat gebied.

Jaren geleden had ik een mentorleerling waar het thuis niet goed ging. Ik noem hem hier even Martijn. Via de voorlopers van Veilig Thuis en andere instanties kwam één en ander aan het rollen.  Gesprekken volgden. Met ouders en met Martijn. Totdat het echt niet meer ging. 
’s Morgens was er een uitspraak van de rechter tot uithuisplaatsing.
 ’s Middags haalde ik Martijn uit de klas. Ik ging met hem naar een kamertje in de school. Hij vroeg niets. En ik zei niets. Afspraak was dat er pas in dat kamertje uitleg zou gegeven worden. Daar zaten een maatschappelijk werker en een gezinsvoogd. In de hoek van de kamer stonden enkele volle weekendtassen.
Martijn werd verteld dat hij door de twee dames naar een ander huis gebracht zou worden. Waar hij vanaf nu zou wonen.
Martijn keek mij aan en zei: ‘Dan moet ik naar huis om spullen te halen.’
De gezinsvoogd wees naar de tassen en vertelde hem dat zij dit al gedaan had.
Nog hoor ik Martijn zeggen: ’Maar ik moet mama nog ajuus zeggen’.
Op dit soort momenten snap ik nog steeds niet dat je pas in een auto mag rijden na een theorie en praktijkexamen en dat het enige criterium voor kinderen op de wereld zetten de leeftijd is.
Meer dan tien jaar geleden inmiddels. Van tijd tot tijd deze situatie overdacht. Ook wel mijn twijfels over de procedure. Mijn eigen aandeel hierin.
Tot ik een paar weken terug de gezinsvoogd ontmoette. Door een bijzondere samenloop van omstandigheden troffen we elkaar.
En uiteindelijk hebben we op een terrasje alles nog eens doorgesproken.  Natuurlijk wist zij ook niet alles meer, maar ze kon m’n twijfels wel wegnemen. Ik was er blij om.

Nu aan het eind van een schooljaar alles overziend, durf ik te zeggen: Het was goed. De mooie en de moeilijke momenten.
En geloof me: Mijn collega’s en ik hebben die zes weken hard nodig om even afstand te nemen om straks weer klaar te zijn om ons kostbaar kroost te koesteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten