zondag 4 februari 2018

Dwarsliggen

Het raakte me dat iemand me een rebel noemde. De manier waarop het eruit kwam. Voelde voor mij alsof ik bewust de tegenstelling zocht. Akkoord, soms heb ik wat moeite met gevestigd gezag, maar ben zeker geen liefhebber van conflicten. Vervolgens gebeurde het nog een paar keer. Heb me beraden op mijn houding op sommige gebieden. Ook de betekenissen van rebel bekeken. Van dwarsligger tot opstandeling. En alles er tussen. Erover nagedacht. Tot ik afgelopen week de onderstaande verhalen tegenkwam:

Twee verhalen over Jezus. Nee, niet afhaken nu. Ik beloof u dat het spannend wordt. 

Het eerste verhaal gaat over Jezus die op een rustdag bij een boer over het erf loopt met zijn leerlingen. Tussen de graanvelden met koren dat rijp is. Zijn leerlingen plukken aren, malen het graan tussen hun handen en eten vervolgens de korrel.
Er staan farizeeërs toe te kijken. Een soort kerkenraadsleden, mensen die geestelijk leiding geven. Zij spreken Jezus aan op het gedrag van Zijn leerlingen. Het is niet de bedoeling dat er op een rustdag aren geplukt worden. Los van het feit dat het aren van een ander zijn en ze ook nog een productieproces van graankorrel tot zemel in gang zetten. Jezus legt uit dat christelijke vrijheid wel iets anders is dan regels volgen.

In het tweede verhaal komt Jezus in de kerk. Weer op de rustdag. In de kerk zit een man met een verdorde hand. Heel naar en vervelend, maar het klinkt niet als iets dat die dag ontstaan is en acuut hulp nodig heeft. Toch zet Jezus deze man in het centrum van de eredienst. Iedereen kan toekijken. Daar staan naast farizeeën ook schriftgeleerden. Deze laatsten hebben ook bestuurlijke functies. Jezus stelt hun wat lastige vragen. Vervolgens herstelt hij de verdorde hand van de man. Heel bewust gaat Hij de confrontatie aan. Met als gevolg dat de omstanders razend worden van boosheid.

En daar zit mijn grootste vraag. Wie ben ik op dat graanveld? Wie ben ik in die kerk? Lijk ik, als een kerkenraadslid met wat bestuurlijke taken, niet op die farizeeër en schriftgeleerde? 
Er gebeuren hele mooie dingen in de kerk. Ontmoetingen met mensen. Samen op lopen, iemand wat vooruit helpen. Even schuilen bij elkaar. Iemand bij Jezus brengen zoals u wilt. 
Daarnaast zijn we heel drukdoende met wat we vinden. Dat we wat moeten vinden. Soms zo druk met uitzoeken wat we moeten vinden dat mensen honger blijven houden en handen dor blijven.
Ik vraag me af hoe vaak staan we aan de rand van een graanveld een ander te beoordelen. Wanneer hebben we voor het laatst een dorre hand in het middelpunt gezet?  





















Geen opmerkingen:

Een reactie posten